Daarwee

Alsof mijn spieren plots verkrampen, en mijn adem
stokt, mijn lichaam wilt niet meer, het wilt niet luisteren,
wilt enkel schreeuwen, wilt enkel oor, een houvast om
de pijn te stillen van dat willen, van wat aandringend om
geboorte vraagt, alsof in al mijn vezels ik de roep voel vloeien
die zich nu  onstuitbaar aandient als een ongenode gast die
dwingend  om een inkom smeekt maar toegang wordt geweigerd
en toch niet wijken wilt, O, mijn lichaam wilt niet meer, het is
zo moe, zo moe van al dat dragen, van de dagen en de dagen
onophoudelijk vragen om uitkomst, om verlossing, om zelf
opnieuw te mogen zijn de daarwee van een nieuw begin.
En nu, wat blijft er over nu, waarin vind ik de oplossing van
een verlangen dat reeds daarvoor ingang vond? Ben ik een
vondeling, een afgedwaalde ster die hier op deze aarde uit
de hemel viel verstoten uit het land van de begeerte, het veld
van de herinnering, of ben ik slechts een ziel die hier een
haven wilt, een onderkomen, een bedding om zich in te keren?
O, alsof mijn spieren plots verkrampen en mijn adem stokt,
mijn hart wilt alle ballast werpen, mijn bloed laten verdampen
en ankeren, het wilt zich willoos overgeven aan 1 ogenblik, zoals
jouw ogen toen ze zich vooroverbogen, zich in de mijne boorden,
aanlegden en de gekeerde storm in mij liet stromen, O, ik weet
het nu, zo werd in deze kering de orkaan geboren waarvan jij
bent het middelpunt en ik wentel nu, mijn lichaam geeft zich over,
ik beken in golfjes, ik spoel aan, ik ben geworpen, ik word, ik word
de daarwee die zich losrukt uit de bedding van mijn ziel om dan
gekeerd tot rust te komen, mijn lichaam is niet meer,  het is verdwenen,
zoals een druppel voel ik me geborgen in een oceaan die alle werelden
tot oevers maakt, om daar in eb en vloed nieuw leven te bevruchten,
O, ik ben, ik ben de daarwee en ik stroom

(afbeelding @ Wissant, Nord-Pas De Calais)

(het woord “daarwee” is een vondst van Ronald Gibhart
mij aangewaaid via Twitter @ Katja Gebbink )

Plaats een reactie