Vlokkenwind

En draagt de regen dan verhalen, staat
in het water soms geschreven wat door
het ademhalen gedachteloos, onzichtbaar
daar wordt neergelegd, als sneeuwvlokken
die even in kristallen schitteren om dan
te worden opgenomen, versmelten, spoor
loos achterblijven en verdunnen? De wind
nam hen ooit mee, gevleugeld neerwaarts,
hier en daar nog opvliegend, je kan ze
volgen, één voor één, je wilt wel reiken
als naar sterren, zonder te verpinken, hoe
kan je dan bereiken als de achtergrond
geen houvast biedt om ze te onderscheiden?
De nacht is helder, ontelbaar zijn de ogen
die ontmoeten, die alle facetten van dit
donker weten flitsend laten bloeien, je
wilt wel door en over alle kleuren heen
de overkant ontdekken maar die duikt
steeds verder weg, je handen worden
zonnestralen die voorbij de wolken dan
de grenzen willen breken, ontsluiten wat
verborgen ligt te wachten, onbetreden,
onaangeroerd, nog niet geboren, toch
aanwezig, zijn dat naamloos is, de ene
vleugelslag die van de andere nog niet
weet waar hij naar dragen zal, nog niet
ontvouwd en toch gedragen op de adem
van de wind, zoals in één dag dageraad
en avond wachten op elkaar, zoals één
hemel alle andere overspant, zoals het
gras de dauw en boom het blad, zoals
de zee altijd opnieuw een golf, het strand
het zand om haar te laten breken, zoals
de zomer herfst en winter lente, zo draagt
het water, zo draagt de liefde het verhaal
van jou en mij

Plaats een reactie