Vlokken

Zoals dit denken opgaat in de ijle
lucht, verdwijnt in wolken om als
regen terug te keren, zo smelt
de sneeuw vandaag onder de eerste
zonnestralen. Vier duiven doen
de treurwilgtwijgen buigen, zij rusten
hier op vleugels alsof zij weten dat
hun wiegen deze boom doet vliegen.
Op en neer bewegen takken, schudden
alle wegen weg, de zuiverende wind
zorgt voor de thuiskomst van het kind
dat in geborgenheid gedragen wordt.
Als dan dit denken wordt geboren
zal het dan zijn als ochtendgloren?
Zal het dan zuiver blijven, onbezoedeld
door de neerslag van het spreken?
De indruk die het maakt laat steeds
zijn sporen na, hoe moeilijk valt het
af te schudden in een zee van stilte,
hoe moeilijk is het voor de vlok om
niet als druppel terug te keren?
Toch zijn zij allebei de kinderen van
eenzelfde oceaan die slechts de taal
van Liefde spreekt. Daarin bestaat
geen onderscheid, daaruit zweven
de woorden naar de bij hen passende
zinnen, en het verhaal ermee geschreven
is dan het denken dat kan opgaan
in de ijle lucht, om als een zachte
regen terug te keren, zoals vier
witte duiven op de treurwilgtwijgen.

Plaats een reactie