De zon breekt telkens weer doorheen de wolken,
zoals de regen nooit lang op zich laat wachten
als gedreven door een aanwakkerende bries de
witte rookgordijnen donker worden. Ontelbaar
bevolken ze de hemel soms, ontembaar schuiven
ze over elkaar, en in elkaar zoals gerijde legers
hun slagorde verliezen als vriend en vijand
elkaar treffen, niet meer te onderscheiden zijn.
Weerklinkt een donderslag volgt doodse stilte,
die ruimte maakt voor nieuwe mokerslagen op
het aambeeld van de strijd. En plots verschijnt
de regenboog: wie heeft er dan nog pijlen? Enkel
de zon, die telkens weer doorheen de wolken breekt.
(afbeelding: Wissant, Nord-Pas De Calais, Frankrijk)