Geweten

O ja, ik weet dat je er niet meer bent,
geen afdruk meer, geen indruk die nog
overblijft, zoals een sneeuwvlok ben je
al gesmolten, zoals mijn hart nu smelt
voor jou, zo blijft er niets meer over,
je woorden ver weg uitgestorven, je
lippen als versteend gebleven aan de
horizon van waar de ogen zoeken naar
een stip die hopelijk zal groter worden,
o ja, ik weet dat je er niet meer bent,
geen afdruk meer, geen indruk die nog
achterbleef toen alle deuren sloten,
zoals de dichter zwijgen moet, zo valt
de regen, de wolken willen het niet weten,
zelfs al zeg je: maar ik zie je graag,
we willen het niet weten, we willen
het niet weten, we willen niet geweten
hebben dat alle regen samensmelt om
ons verdriet te dragen, en o ja, ik weet
dat je er niet meer bent, geen afdruk meer,
geen indruk die nog overblijft, maar dat
wat samensmelt wordt niet vergeten,
dat wat geweten is gemeten, het wordt
gewogen en gewikt, tot enkel nog de stilte
achterblijft, wat daarin dan wordt
aangewezen zal zo een afdruk zijn,
de indruk van geweten, zodat ik weet
dat je nog hier bent, in dit gesmolten land,
verdronken, niet meer zichtbaar voor het
blote oog, en aan de horizon enkel
de afdruk van geweten, daar staan veel
woorden om de liefde te vergeten,
slechts weinig zijn er nodig: een indruk,
afdruk, maar ik zie je graag, ik heb het
altijd wel geweten, dat om de droom
te zien je eerst maar weer vergeten moet,
dus sterft de dichter, alles wordt toegedekt,
raak me niet aan, betreed dit ongerept
gebied slechts als je spoorloos bent,
geen indruk achterlaat, geen afdruk,
gebruik geen woorden, adem niet en
zwijg in alle talen, want nu ik weet dat
je er niet meer bent zal ik versmelten,
knikken, stikken, snikken en gestolde
tranen achterlaten, daarmee je handen
vullen, en ooit, als alles wat geweten
is vergeten en als de dichter zwijgt
blijft nog dit grafschrift over, versteende,
afgedrukte, ingedrukte lippen, maar
ik zie je graag.

Plaats een reactie